Direct Tax

De fiscale aftrekbaarheid van autokosten

Door:
insight featured image
De fiscale reis van autokosten: terugblik, vernieuwing en wat u moet weten
Onderwerpen

Wagens aangeschaft voor 1 juli 2023

Met nieuwe initiatieven in het vooruitzicht, herhalen we graag de bestaande regels voor de aftrekbaarheid van autokosten in de vennootschapsbelasting:

  • Sinds aanslagjaar 2021 wordt per wagen[1] een apart aftrekpercentage berekend op basis van de CO2-uitstoot en het brandstoftype, in bepaalde gevallen gecorrigeerd door minima en maxima.[2]
  • Brandstofkosten volgen dezelfde regeling, terwijl financieringskosten volledig aftrekbaar zijn.
  • Taxikosten zijn 75% aftrekbaar.

In de personenbelasting volgen beroepsmatige autokosten dezelfde regels. Enkel wagens die vóór 1 januari 2018 zijn aangeschaft, kunnen daar nog genieten van een voordeliger regime.

Wagens aangeschaft vanaf 1 juli 2023

Niet-emissievrije wagens (fossiele brandstof en hybride wagens)

Op lange termijn wil de wetgever zoveel mogelijk emissievrije wagens op onze wegen zien. Daarom wordt de fiscale aftrekbaarheid van kosten voor niet-emissievrije wagens stapsgewijs afgebouwd.

  • Voor wagens aangeschaft tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 blijft de huidige formule van toepassing, met een aantal aanpassingen. Vanaf 2025 heeft het aftrekpercentage namelijk geen minimum meer en wordt er een maximum ingesteld: 75% in 2025, 50% in 2026, 25% in 2027 tot 0% in 2028. Met andere woorden, de kosten zijn vanaf aanslagjaar 2029 niet meer aftrekbaar. Het specifieke tijdstip van aankoop (i.e. tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025) is hierbij niet van belang.
  • De kosten van wagens aangeschaft in 2026 of later zijn niet aftrekbaar.

Bij de aftrek van werkelijke beroepskosten in de personenbelasting o.b.v.  het forfait van 0,15 EUR per kilometer (woon-werkverkeer) gelden dezelfde regels.

Koolstofemissievrije wagens

Kosten van emissievrije wagens die tot en met 2026 zijn aangeschaft, blijven volledig aftrekbaar. Voor wagens die in 2027 worden gekocht, geldt een aftrekpercentage van 95%, dat verder zal dalen naar 67,5% voor wagens die in 2031 worden aangeschaft. In tegenstelling tot bij de niet-emissievrije wagens, is het toepasselijke percentage hier dus wel afhankelijk van het jaar van aankoop en blijft het gedurende de gehele gebruiksduur van het voertuig gelijk.

Hoe zit dat dan met een (plug-in) hybride?

Fiscale aftrekbaarheid van de kosten: huidig en toekomstig

Hybride wagens worden beschouwd als niet-emissievrije wagens. Indien ze vanaf 1 januari 2023 zijn aangeschaft, geleased of gehuurd, volgen ze de gewone regels, maar voor oplaadbare hybride wagens, die hun batterij via een externe stroombron kunnen opladen, zijn de kosten voor benzine en diesel maximum van 50% aftrekbaar.

Althans, dat zijn de huidige regels. Het recente regeerakkoord – dat nochtans begint met een aankondiging van vereenvoudiging van de aftrekbeperkingen voor autokosten – introduceert een apart, weliswaar voordeliger regime voor hybride wagens:

  • Er komen aparte maximumpercentages. Deze zijn hetzelfde tijdens “de hele gebruiksduur van het voertuig door dezelfde eigenaar/huurder”, wat impliceert dat het maximumpercentage afhankelijk zal zijn van het jaar van aanschaf/ingebruikname:  
    • Hybride wagens met een uitstoot van meer dan 50 g/km: 75% in 2025, 2026 en 2027, 65% in 2028 en 57,5% in 2029. Deze daling zou gelijktijdig moeten zijn met die voor elektrische wagens, maar die link zien we niet meteen.
    • Hybride wagens met een uitstoot van maximum 50 g/km: 100% in 2025, 2026 en 2027, 65% in 2028 en 57,5% in 2029.
  • De term “hybride wagen” is niet gedefinieerd, dus het is afwachten of hiermee enkel plug-in dan wel ook volledig of half hybride wagens bedoeld worden.
  • Evenmin is op dit moment duidelijk of voor de maximale CO2-uitstoot van 50 g/km de NEDC of WLTP waarde bepalend is. Voor de toepassing van de regels rond “valse hybrides” mag men op dit moment kiezen. Niet alle wagens hebben echter nog een – doorgaans lagere – NEDC (2.0) waarde, wat tot een verschil in behandeling zou leiden.  
  • Daarnaast is de term “gebruiksduur” nieuw in het verhaal van de autofiscaliteit en zal deze ongetwijfeld wat interpretatie vragen.
  • De brandstofkosten van plug-in hybrides, die zoals vermeld 50% aftrekbaar zijn sinds 2023, blijven 50% aftrekbaar tot eind 2027. Of ze nadien de nieuwe “hybride percentages” of de bestaande “fossiele percentages” zullen volgen, is niet bekend. Overigens staat er in de tekst dat de brandstofkosten van “hybrides” 50% aftrekbaar “blijven” tot eind 2027, terwijl die beperkte aftrekbaarheid momenteel enkel geldt voor oplaadbare hybrides.  
  • De kosten van elektriciteit volgen de “elektrische percentages” die we hoger gedefinieerd hebben: 95% voor wagens aangeschaft in 2027 tot 67,5% voor wagens aangeschaft in 2031.

Zowel de bestaande regels als de nieuw aangekondigde regels hebben tot gevolg dat de brandstofkosten van oplaadbare hybrides meestal aan een ander percentage verworpen moeten worden dan bv. de leasekosten.

Wat is de impact daarvan op de forfaitaire kilometervergoeding voor een plug-in hybride? 

Wanneer een werkgever een forfaitaire kilometervergoeding biedt voor dienstreizen met een plug-in hybride aangeschaft tussen 1 januari 2023 en 31 december 2025, wordt aangenomen dat 30% van de vergoeding betrekking heeft op de benzine- of dieselkosten, en 70% op andere kosten, inclusief elektriciteitskosten.

Forfaitaire kilometervergoeding × 30% = 50% aftrekbaar (benzine of dieselverbruik)

Forfaitaire kilometervergoeding × 70% = aftrekbaar volgens CO2-uitstoot, brandstoftype en aanschafdatum van de auto

En wat met de aftrek van het voordeel van alle aard of de eigen bijdrage van de verworpen uitgaven?

Bij het bepalen van de verworpen uitgaven in de aangifte vennootschapsbelasting van de werkgever mogen zowel de bij de werknemers belaste voordelen alle aard als de door hen gedane eigen bijdragen worden afgetrokken van de niet-aftrekbare autokosten.

Ook hier wordt vaak de 70/30-regel toegepast: 30% van het voordeel van alle aard of de bijdrage wordt aan brandstof toegerekend en 70% aan andere autokosten. Het is echter ook toegestaan om deze kosten op basis van de werkelijke verhoudingen te verdelen.

Wijzigingen aan een lease- of huurcontract

Wanneer een onderneming vóór 1 juli 2023 een lease- of huurovereenkomst voor een voertuig heeft afgesloten en na 30 juni 2023 de aankoopoptie uit dat contract uitoefent, blijft de oorspronkelijke aftrekregeling van kracht. Het uitoefenen van de aankoopoptie wordt niet gezien als een nieuwe aankoop.

Wanneer een bedrijfswagen en het bijbehorende leasecontract echter worden overgedragen aan een andere onderneming, bijvoorbeeld binnen dezelfde groep, en er een addendum wordt opgesteld om de nieuwe contractpartij aan te duiden, dan bepaalt de datum van dat addendum het toepasselijke belastingstelsel.

Ook een aanpassing aan de voorwaarden van het lease- of huurcontract kan er toe leiden dat het wordt gezien als een nieuw contract met een nieuwe contractdatum.

Andere nieuwigheden

Ook uit het regeerakkoord: verhoogde kostenaftrek voor elektrische bestelwagens

De nieuwe regering wil op termijn af van de voordelen voor nieuwe bestelwagens die op fossiele brandstof rijden. We veronderstellen dat het regeerakkoord hiermee verwijst naar de volledige fiscale aftrekbaarheid van wagens die voldoen aan de fiscale definitie van “lichte vracht”. En zoals dat dan gaat in België, zal dit gecompenseerd worden door een nieuwe maatregel, nl. een tijdelijke verhoogde kostenaftrek voor elektrische bestelwagens en vrachtwagens. Het is nog niet bekend wat de wisselwerking zal zijn met de recent aangepaste investeringsaftrek en welk van beide fiscaal het interessantste zal zijn.

Thuisladen en terugbetalingen

Het feit dat elektrische en plug-in hybride wagens thuis opgeladen kunnen worden in plaats van aan een tankstation met een tankkaart, vraagt niet alleen creatieve oplossingen op het vlak van techniek maar ook in de fiscaliteit.

Een situatie die lang tot vragen en problemen geleid heeft, is die waarin een werknemer thuis zijn wagen oplaadt en de werkgever de elektriciteitskosten terugbetaalt.

Het voordeel alle aard voor het privégebruik van een bedrijfswagen omvat in principe zowel het gebruik van de wagen als de brandstofkosten, meestal ter beschikking gesteld onder de vorm van een tankkaart. Wil dit zeggen dat de terugbetaalde elektriciteit ook inbegrepen is in dit forfaitaire voordeel? Ja, maar onder voorwaarden, nl. wanneer er een kwalificerend communicatiesysteem is dat het verbruik doorgeeft aan de werkgever.

Hoe bepalen we vervolgens het terug te betalen bedrag? Lang werd door de Minister van Financiën het standpunt ingenomen dat dit de werkelijke kost van de “getankte” elektriciteit moest zijn, wat in de praktijk vrijwel onmogelijk is. In september 2024 kwam gelukkig toch (voorlopig) een ommekeer en is de Minister akkoord gegaan met de terugbetaling o.b.v. een specifiek tarief van de CREG. Dit werd inmiddels verder geconcretiseerd in een circulaire.

Voor het eerste kwartaal van 2025 bedraagt het maximaal vast tarief per kWh:  Vlaams Gewest: 28,22 eurocent/kWh, Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 32,94 eurocent/kWh en Waals Gewest: 32,56 eurocent/kWh. Let wel, deze tolerantie is voorlopig beperkt in de tijd tot 31 december 2025.

Referentie-uitstoten boekjaar 2025

De referentie CO2-uitstoten zijn opnieuw gedaald tegenover vorig jaar en bedragen voor 2025 71 g/km voor motoren op benzine, LPG of aardgas en 59 g/km voor dieselmotoren. Wanneer de referentie-uitstoten dalen, stijgt het voordeel alle aard voor deze wagens.

Kilometervergoeding

Een vergoeding voor dienstverplaatsingen die een werknemer doet met zijn of haar eigen wagen wordt beschouwd als een belastingvrije terugbetaling van een kost eigen aan de werkgever wanneer deze niet hoger is dan de vergoeding die de Belgische Staat toekent aan haar ambtenaren. Er wordt een jaarlijkse vergoeding en een vergoeding per kwartaal gepubliceerd. Deze bedragen 0,4290 EUR per kilometer voor het eerste kwartaal van 2025 of 0,4415 voor de periode 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025. Werkgevers moeten wel voor de volledige periode kiezen voor één systeem.

Elektrische wagens blijven voorlopig vrijgesteld van verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling

Elektrische wagens genieten op dit moment van een vrijstelling van de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling. De Vlaamse Regering besliste om hieraan een einde te maken maar heeft inmiddels dit plan voorlopig in de koelkast geplaatst. Het is niet duidelijk wanneer dit terug opgepikt zal worden.

 
[1] De datum van aanschaf is de datum van de ondertekende bestelbon of datum van het ondertekende leasing- of huurcontract.
[2] Percentage aftrekbaarheid = 120% - (0,5% x coëfficiënt x aantal gram CO2 per kilometer). De gebruikte coëfficiënt is 1 voor dieselauto’s, 0,90 voor wagens met een aardgasmotor en een belastbaar vermogen van minder dan 12 fiscale paardenkracht en 0,95 voor alle andere wagens.