Direct tax

Forse verhoging van de jaarlijkse taks ter vergoeding van successierechten vanaf 2024

Wendy Rombouts
Door:
Wendy Rombouts
insight featured image

Jarenlang bleef het stil rond de jaarlijkse taks ter vergoeding van successierechten, beter bekend als de patrimoniumtaks. Deze vorm van vermogensbelasting is van toepassing op (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk ((i)vzw’s) en private stichtingen. Op 28 december 2023 heeft echter een nieuwe wet houdende diverse fiscale bepalingen voor verandering gezorgd, waarbij verschillende aanpassingen zijn doorgevoerd in de patrimoniumtaks. Deze wijzigingen omvatten onder andere de belastbare grondslag, het tarief, de vrijstellingen en een uitzondering voor specifieke sectoren. Deze veranderingen hebben aanzienlijke gevolgen voor (i)vzw’s en private stichtingen. Om een beter inzicht te bieden, bespreken we hieronder kort de belangrijkste wijzigingen.

Belastbare grondslag & tarief

De belastbare grondslag van de patrimoniumtaks wordt door de wetgever omschreven als de "massa der goederen". Hiermee doelt de wetgever op de bezittingen van de vzw of private stichting. De buitenlandse onroerende goederen werden tot voor kort niet meegerekend. Indien de waarde van de bezittingen (na vermindering van schulden) volgens de oude regeling gelijk is aan of de drempel van €25.000 overschrijdt, werd de patrimoniumtaks geheven tegen een vast tarief van 0,17%.

In de nieuwe regeling is de vrijstelling van €25.000 geschrapt en vervangen door een voetvrijstelling van €50.000. Bovendien wordt voortaan de waarde (na vermindering van schulden) van buitenlandse onroerende goederen ook meegerekend voor de bepaling van de belastbare grondslag. Hierbij is er wel voorzien in een verrekening van de eventueel in het buitenland betaalde belasting die gelijkaardig is aan de patrimoniumtaks. Ten slotte treedt er ook een progressief tarief – in de plaats van het oude vaste tarief – in werking dat er als volgt uitziet:

€0 - €50.000 0%
€50.000,01 – €250.000 0,15%
€250.000,01 – €500.000 0,30%
Vanaf €500.000,01 - … 0,45%

Met andere woorden, indien uw vzw of private stichting bezittingen heeft van meer dan €500.000, zal dit al snel leiden tot meer dan een verdubbeling van het tarief dat tot en met 31 december 2023 van toepassing was.

Uitzondering voor bepaalde sectoren

De nieuwe regeling voorziet voor bepaalde specifieke sectoren in een uitzondering, zoals voor de zorgsector, de onderwijssector, de sportsector, de dierenasielen, etc.  

Voor deze sectoren wordt de belastbare grondslag gereduceerd tot 37,7%. Dit komt er in de praktijk op neer dat zij nooit meer dan 0,17% patrimoniumtaks verschuldigd zullen zijn.

Antimisbruikbepaling

De wet schept daarnaast duidelijkheid rond de toepassing van de algemene antimisbruikbepaling binnen de patrimoniumtaks. Dit is bedoeld om te voorkomen dat vzw's of private stichtingen zich zodanig organiseren dat ze de patrimoniumtaks trachten te vermijden. Bijvoorbeeld door het opsplitsen van vzw's of private stichtingen, of door het oprichten van meerdere vzw's of private stichtingen met identieke doelen. Daarom is het van belang om hier rekening mee te houden bij het oprichten of overwegen van herstructureringen van vzw's en private stichtingen.

Inwerkingtreding

Op 1 januari 2024 zijn alle wijzigingen met betrekking tot de patrimoniumtaks in werking getreden. Concreet betekent dit dat de genoemde aanpassingen al zullen gelden voor aangiftes met een indieningsdatum vanaf 31 maart 2024.