social

De impact van de nieuwe regels inzake opeenvolgende arbeidsovereenkomsten en vervangingsovereenkomsten

Cindy Nys
Door:
Cindy Nys
insight featured image

Sinds 8 mei zijn de nieuwe regels voor de maximale opeenvolging van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd/welomschreven werk en vervangingsovereenkomsten in werking getreden. In de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten werd een nieuw artikel ingevoegd[1]. 

Het eerste lid van dit artikel bepaalt dat[2] de totale duur van de opeenvolging van één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk en één of meerdere vervangingsovereenkomsten zonder dat er een onderbreking is, toe te schrijven aan de werknemer, niet langer mag zijn dan twee jaar. Wordt deze duur overschreden, dan gelden voor die (laatste) overeenkomst dezelfde voorwaarden als voor een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Hierbij wordt eenmalig buiten beschouwing gelaten, de vervangingsovereenkomst die volgt op verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk die gerechtvaardigd zijn wegens de aard van het werk of wegens andere wettige redenen[3], zonder dat evenwel de totale duur van deze opeenvolging van overeenkomsten langer mag zijn dan drie jaar.

Vóór deze wetswijziging bestonden er afzonderlijke spelregels om de maximale totaalduur van enerzijds opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd/welomschreven werk, en anderzijds opeenvolgende vervangingsovereenkomsten te bepalen. Voortaan moet er dus een optelling gebeuren en zal de werkgever dit goed moeten opvolgen wil hij vermijden dat er een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur ontstaat. 

De nieuwe regels zijn van toepassing op arbeidsovereenkomsten gesloten vanaf 8 mei. De werkgever moet er echter rekening mee houden dat bovenvermeld type van arbeidsovereenkomsten gesloten vóór 8 mei die in een opeenvolging voorafgaan aan de arbeidsovereenkomst gesloten vanaf 8 mei, voor de berekening van de maximale duur meetellen.



[1] Wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten, artikel 11quater

[2] Onverminderd de artikelen 10, 10bis en 11ter, en onverminderd artikel 104 van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen

[3] Zoals bedoeld in artikel 10