Legal

Meer mogelijkheden voor de ondernemer in moeilijkheden met het hervormd insolventierecht

Roeland Vereecken
Door:
Roeland Vereecken
insight featured image

Vanaf 1 september 2023 werden bij wet1 een aantal significante wijzigingen in het Belgische insolventierecht geïntroduceerd. Het hoofddoel van deze wet was om de Herstructureringsrichtlijn om te zetten in Belgisch recht, maar de wetgever heeft de gelegenheid aangegrepen om het volledige insolventierecht onder de loep te nemen en in belangrijke mate te hervormen. Het centrale idee hierbij was dat men alle mogelijkheden diende te voorzien om economisch levensvatbare activiteiten van noodlijdende ondernemingen te kunnen vrijwaren. Een nieuwigheid hierbij is de erkenning van het belang van besloten procedures, zowel wat betreft akkoordprocedures als de voorbereiding van het faillissement. 

Wat zijn nu de belangrijkste wijzigingen van het hervormde insolventierecht? 

De rol van de Kamer voor Ondernemingen in moeilijkheden

Eén van de voornaamste doelstellingen van de Richtlijn is om maximaal in te zetten op continuïteit, en dit door het verplichten van de lidstaten om preventieve herstructureringsstelsels te gebruiken. In België is dit stelsel de Kamer voor Ondernemingen in moeilijkheden. Door de hervorming van het Belgische insolventierecht wordt de rol van deze Kamer versterkt en uitgebreid, met name als volgt: 

  • De schuldenaar zal voortaan, wanneer hij van oordeel is dat er sprake is van dreigende insolventie, aan de Kamer kunnen vragen dat bepaalde schuldeisers worden opgeroepen om deze - individueel of gezamenlijk - te horen. De Kamer zal hierbij bijstand verlenen bij het onderhandelen met deze schuldeisers. 
  • De wet bepaalt dat de Kamer voortaan op verzoek van de schuldenaar een herstructureringsdeskundige kan aanstellen om toe te laten het herstel van de onderneming te vergemakkelijken en een schikking met de schuldeisers te faciliteren.
  • De wet voorziet in een instrument voor zelfbeoordeling voor de schuldenaar. De schuldenaar heeft recht tot toegang tot zijn dossier en kan de gegevens die op hem betrekking hebben laten corrigeren.
  • De maximumduur van het ambtshalve onderzoek wordt verlengd. Wanneer de Kamer een rechter-verslaggever heeft aangesteld, wordt de termijn verlengd naar acht maanden (i.p.v. vier maanden). Wanneer de Kamer het onderzoek zelf voert, mag het onderzoek voortaan maximaal achttien maanden duren (i.p.v. acht maanden).

Het buitengerechtelijk minnelijk akkoord

Het buitengerechtelijk minnelijk akkoord wordt gemoderniseerd, en dit onder meer door het afschaffen van bepaalde formaliteiten (zoals de vereiste van twee schuldeisers) en het vergroten van het belang van de (facultatieve) homologatie.

Openbare en besloten akkoordprocedures

Zoals eerder aangehaald worden er naast de reeds bestaande openbare procedures nu ook besloten akkoordprocedures gecreëerd, waarbij het collectief akkoord wordt onderverdeeld in een systeem voor kmo's en een systeem voor grote ondernemingen (met die nuance dat kmo's vrijwillig kunnen kiezen voor het systeem voor de grote ondernemingen). Een onderneming wordt daarbij als groot beschouwd als zij een vennootschap, vereniging of stichting is die één of meer van de volgende criteria overschrijdt gedurende twee achtereenvolgende boekjaren:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 250
  • jaaromzet exclusief btw: €40.000.000
  • balanstotaal: €20.000.000.

Deze criteria moeten in voorkomend geval ook op groepsniveau bekeken worden. 

Bij de besloten variant is er in geen enkele publiciteit voorzien. De besloten procedure kan bovendien niet alleen door de onderneming zelf opgestart worden, maar ook door een schuldeiser of een aandeelhouder.

Het stil faillissement 

Het stil faillissement herleeft onder de naam van de besloten voorbereiding van het faillissement. Dit houdt in dat de rechtbank de onderneming die aangifte doet van haar faillissement, niet meteen failliet verklaart maar eerst een “beoogd curator” aanstelt die gedurende 30 (of 60) dagen samen met de onderneming een doorstart na faillissement voorbereidt.

De overdracht onder gerechtelijk gezag 

Naar aanleiding van de arresten van het Hof van Justitie kwalificeert de overdracht onder gerechtelijk gezag voortaan als een echte vereffeningsprocedure. De procedure wordt in de regel dan ook afgesloten met het faillissement of de gerechtelijke ontbinding en vereffening van de betrokken onderneming.

Ontbinding en vereffening als alternatief voor faillissement

Bij ondernemingen zonder significante activa (‘lege dozen’) wordt de ontbinding en vereffening een wettelijk alternatief voor het faillissement.

De regeling over de kwijtschelding wordt aangepast

Onder meer om rekening te houden met recente rechtspraak van het Grondwettelijk Hof wordt de kwijtschelding in principe een gevolg van de afsluiting van het faillissement. Dit betekent dat een natuurlijk persoon niet langer een formeel verzoek moet indienen om een kwijtschelding van de restschulden te bekomen. Dit betekent evenwel ook dat de gefailleerde tot dan moet wachten om daarover duidelijkheid te krijgen. 

Conclusie

Het is duidelijk dat bovenstaande wijzigingen een grote impact (zullen) hebben op het Belgische insolventielandschap en dat er voor de ondernemer in moeilijkheden veel meer mogelijkheden zijn om te komen tot een (discrete) doorstart van de levensvatbare onderdelen van de onderneming. 

Wenst u meer informatie over deze nieuwigheden, aarzel dan niet uw trusted advisor bij Grant Thornton hierover aan te spreken. 

 

[1] Wet van 7 juni 2023 tot omzetting van de Europese Herstructureringsrichtlijn van 20 juni 2019 trad in werking vanaf 1 september 2023

The Field-nieuwsbrief: je maandelijkse businessupdate

Opt-in checkbox