article banner
Direct Tax

De kapitaalloze vennootschap door een fiscale bril

Chris Peeters Chris Peeters

Sinds de inwerkingtreding van het nieuwe vennootschapsrecht op 1 mei onderging de BVBA een volledige metamorfose en werd de BV (besloten vennootschap).

Eén van de belangrijkste wijzigingen is ongetwijfeld de afschaffing van het maatschappelijk kapitaal. Maar wat zijn de fiscale gevolgen hiervan?

Fiscale definitie van kapitaal

Eén van de belangrijkste wijzigingen is ongetwijfeld de afschaffing van het kapitaalbegrip bij de besloten vennootschappen. Aangezien er voor fiscale doeleinden veelvuldig wordt verwezen naar het begrip ‘kapitaal’, heeft de fiscale wetgever een eigen definitie geformuleerd.

Kapitaal bestaat uit het eigen vermogen, gevormd door inbrengen in geld of in natura. Het fiscaal ‘gestort kapitaal’ wordt dus gevormd door de werkelijk gestorte inbrengen in geld of in natura. Inbrengen in nijverheid zijn uitdrukkelijk uitgesloten.

De schrapping van het kapitaalbegrip bij de BV zal dan ook in principe geen fiscale impact hebben. We bekijken kort een aantal specifieke topics.

Kapitaalvermindering

Bij een kapitaalloze vennootschap kan er logischerwijze geen ‘kapitaalvermindering’ plaatsvinden. Een kapitaalvermindering zal voortaan dus neerkomen op een teruggave van de inbrengen in geld of in natura. De fiscale behandeling hiervan blijft ongewijzigd (i.e. pro rata toegerekend op het fiscaal gestort kapitaal en de reserves van de vennootschap). Voor een uitgebreide uiteenzetting verwijzen we naar ons artikel van 4 maart 2019 - “Een kapitaalvermindering zonder verrassingen – anno 2019”.

Wij merken hierbij nog op dat vanaf 2020 elke uitkering van vermogen uit een BV onderworpen zal zijn aan een dubbele uitkeringstest, nl. de balans- en de liquiditeitstest.

VVPRbis-regeling

De VVPRbis-regeling voorziet in een verlaagd tarief van de roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden (15% of 20%) wanneer in een kleine vennootschap nieuw kapitaal in geld wordt ingebracht. Vennootschappen zonder een wettelijk minimumkapitaal (bijvoorbeeld een VOF of GCV) waren tot voor kort principieel uitgesloten van deze gunstmaatregel, tenzij ze over een kapitaal van €18.550 beschikten.

In navolging van de afschaffing van de minimumvereiste van kapitaal voor de BV, is de VVPRbis-gunstmaatregel nu ook toegankelijk gemaakt voor vennootschappen zonder minimumkapitaal. Ook kapitaalloze vennootschappen zullen dus voortaan VVPRbis-aandelen kunnen uitgeven.

Verwerven van eigen aandelen

Net zoals bij de kapitaalvermindering wordt bij een inkoop van eigen aandelen een deel van de prijs aangemerkt als een dividend en onderworpen aan roerende voorheffing (inkoopbonus). Als de verkrijging conform het vennootschapsrecht gebeurt, is er echter pas effectief een dividend wanneer er sprake is van een ‘verarming’ bij de inkopende vennootschap (bijvoorbeeld bij de vernietiging van de aandelen).

Onder de oude regeling mochten de ingekochte aandelen nooit meer dan 20% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Met andere woorden, indien de inkoop méér bedroeg, werd de inkoopbonus onmiddellijk belastbaar. Het nieuw WVV maakt een einde aan deze 20%-grens. Echter, om misbruik te vermijden en fiscale neutraliteit te garanderen, is de 20%-grens voortaan uitdrukkelijk opgenomen in de fiscale regelgeving. Bij overschrijding worden de aandelen geacht te zijn vernietigd en is de inkoopbonus (nog steeds) onmiddellijk belastbaar.