article banner
Legal

Nieuw vennootschapsrecht: voortaan makkelijker om alleen een vennootschap op te richten

Bij wet van 23 maart 2019 is het nieuw ‘Wetboek van vennootschappen en verenigingen’ (afgekort ‘WVV’) ingevoerd, dat in de plaats treedt van onder meer het bestaande Wetboek van vennootschappen en de Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen.

In deze bijdrage willen we inzoomen op de gevolgen van het WVV voor de zogeheten ‘eenhoofdige vennootschappen’. Dit zijn vennootschappen die slechts één aandeelhouder tellen.

Eenhoofdigheid niet langer gesanctioneerd

Het oude Wetboek van vennootschappen koppelde een belangrijk gevolg aan de eenhoofdigheid van naamloze vennootschappen (NV’s) en bepaalde besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (BVBA’s), met name een hoofdelijke borgstelling door de enige aandeelhouder/vennoot voor de verbintenissen van de eenhoofdige vennootschap.[1]

Bovendien moest de eenhoofdige NV het gegeven dat alle aandelen in één hand waren verenigd, alsmede de identiteit van de enige aandeelhouder laten opnemen in het vennootschapsdossier dat op de ondernemingsrechtbank wordt bewaard[2], zodat schuldeisers de identiteit van de enige aandeelhouder konden achterhalen[3].

De hoofdelijke borgstelling betekende dat de enige aandeelhouder/vennoot hoofdelijk aansprakelijk was voor alle schulden van de eenhoofdige vennootschap die waren ontstaan sinds de eenhoofdigheid. Bij een gebeurlijk faillissement van de eenhoofdige vennootschap moest de enige aandeelhouder/vennoot dus mee instaan voor (een bepaald gedeelte van) het passief van de eenhoofdige vennootschap.

De hoofdelijke borgstelling was van toepassing op de volgende personen:

  • de natuurlijke persoon die reeds enige vennoot is van een BVBA en nadien alleen een tweede BVBA oprichtte of verwierf waarvan hij eveneens de enige vennoot was (behoudens wanneer de tweede BVBA werd verworven door vererving)
  • de natuurlijke persoon die na het eenhoofdig worden van een BVBA diens kapitaal niet binnen het jaar had volstort ten belope van minimaal €12.400
  • iedere rechtspersoon die de enige vennoot is van een BVBA[4]
  • iedere (natuurlijke of rechts-)persoon die de enige aandeelhouder is van een NV. [5]

Deze hoofdelijke borgstelling komt niet langer voor in het WVV, zodat er na de invoering van het WVV geen enkel bezwaar meer is om enige aandeelhouder/vennoot te zijn van een NV of BV(BA).

Voorts is het onder het WVV voortaan perfect mogelijk een NV op te richten met slechts één oprichter. Onder het oude Wetboek van vennootschappen moesten er bij oprichting van een NV minstens twee oprichters zijn.

Enige aandeelhouder van NV moet zich nog steeds bekendmaken

Hoewel er geen hoofdelijkheidssanctie meer is, vereist het WVV voor NV’s wel nog steeds dat het gegeven dat alle aandelen in één hand zijn verenigd, evenals de identiteit van de enige aandeelhouder, worden neergelegd in het vennootschapsdossier van de NV dat op de ondernemingsrechtbank wordt bijgehouden.[6]

Aangezien de bekendmakingsplicht diende om schuldeisers kennis te laten nemen van een eventueel bijkomend vermogen waarop ze zich konden verhalen ingevolge de eenhoofdigheid van de NV[7], is het vreemd dat men deze formaliteit onder het WVV heeft behouden.

Eenhoofdig bestuur voortaan mogelijk in NV[8]

In het WVV wordt eenhoofdig bestuur ook mogelijk in de NV.[9] Onder het oude Wetboek van vennootschappen moest een NV worden bestuurd door een collegiale raad van bestuur, bestaande uit minstens drie leden. Enkel in NV’s waar er twee of minder aandeelhouders zijn, kon worden volstaan met twee bestuurders.[10]

De verplichting van een collegiale, meerhoofdige raad van bestuur zorgde in vele KMO’s die de vorm hadden van een NV voor problemen, aangezien er – mede omwille van het aansprakelijkheidsrisico – vaak te weinig kandidaten waren om de (vertegenwoordiger van de) hoofdaandeelhouder te flankeren in de raad van bestuur. Bovendien kon het ook voor de hoofdaandeelhouder vervelend zijn, aangezien er door de verplichte benoeming van minstens één collega-bestuurder altijd een ‘pottenkijker’ moest worden toegelaten op het hoogste bestuursniveau, waaraan wettelijk bepaalde stem- en onderzoeksrechten werden toegekend.

De mogelijkheid tot eenhoofdig bestuur in een NV zal dan ook op enthousiasme worden onthaald door de praktijk, aangezien het bestuur van de KMO-NV op die manier aanzienlijk kan worden vereenvoudigd.

Bovendien zal aan de enige bestuurder van een NV ten aanzien van een aantal beslissingen (bijvoorbeeld statutenwijziging, winstuitkering, zijn eigen ontslag) een vetorecht kunnen worden toegekend[11], wat niet in het minst in de context van familiale opvolging zeer interessant kan zijn.

Belangenconflictenprocedure in eenhoofdige vennootschappen

Ook onder het WVV is er een belangenconflictenprocedure voorzien voor eenhoofdige vennootschappen. Deze regeling speelt wanneer een bestuurder bij een bepaalde beslissing een financieel belang heeft dat strijdig is met dat van de vennootschap (hierna ‘strijdig belang’ genoemd). Een klassiek voorbeeld is de bestuurder die eigenaar is van een vastgoed en dit verhuurt aan de vennootschap.

Het WVV bepaalt dat de enige bestuurder die ook de enige aandeelhouder is, ondanks het strijdig belang, de beslissing toch zelf mag nemen of de verrichting zelf mag uitvoeren.[12] Hij/zij zal wel een bijzonder verslag moeten opmaken waarin hij/zij:

  • de aard van de beslissing of verrichting omschrijft
  • de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap uiteenzet
  • de beslissing of verrichting motiveert in het vennootschapsbelang, en
  • de tussen hem en de vennootschap gesloten overeenkomsten opsomt.

Dit verslag wordt in zijn geheel opgenomen in het jaarverslag of in een stuk dat samen met de jaarrekening wordt neergelegd. Derden zullen via deze weg dus kennis kunnen nemen van de inhoud van het verslag.

Ingeval de vennootschap een commissaris heeft benoemd, moet het verslag aan hem worden meegedeeld. In zijn verslag over de jaarrekening beoordeelt de commissaris, in een afzonderlijke sectie, de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap van de in het bijzonder verslag opgenomen besluiten en overeenkomsten.

Het is van belang deze procedure correct toe te passen, omdat iedere belanghebbende derde en de vennootschap de nietigheid kan vorderen van iedere beslissing of verrichting die met overtreding van de procedure werd genomen/verricht.[13]

Overlijden enige aandeelhouder is niet einde van eenhoofdige vennootschap

In geval van overlijden van de enige aandeelhouder worden, tenzij de statuten anders bepalen, de aan diens aandelen verbonden rechten uitgeoefend door diens erfgenamen of legatarissen, naar evenredigheid van hun rechten in de nalatenschap, en dit tot op de dag van de verdeling van deze aandelen.[14] De eenhoofdige vennootschap houdt dus niet automatisch op te bestaan bij het overlijden van de enige aandeelhouder.

Notulering beslissingen enige aandeelhouder

De beslissingen van de enige aandeelhouder, die handelt in de plaats van de algemene vergadering, worden opgenomen in een register dat op de zetel van de eenhoofdige vennootschap wordt bijgehouden.[15] Hij is dus wel degelijk verplicht zijn beslissingen te documenteren.

 

 

[1] Art. 212, 212bis, 213 (BVBA) en 646 (NV) W. Venn.

[2] Art. 646 §2 W. Venn.

[3] M. COLLE, “Vereniging van alle aandelen in één hand? Met twee is altijd beter dan alleen!”, noot onder Kh. Brussel 13 maart 2014, RABG 2015, afl. 5, 359.

[4] De enige vennoot van een BVBA kon wel aan de hoofdelijkheidssanctie ontsnappen door binnen het jaar (i) een tweede vennoot in de vennootschap op te nemen of (ii) de BVBA te ontbinden.

[5] De enige aandeelhouder van een NV kon wel aan de hoofdelijkheidssanctie ontsnappen door binnen het jaar (i) een tweede aandeelhouder in de vennootschap op te nemen, (ii) de NV om te zetten in een BVBA of (iii) de NV te ontbinden.

[6] Art. 7:231 WVV.

[7] M. COLLE, “Vereniging van alle aandelen in één hand? Met twee is altijd beter dan alleen!”, noot onder Kh. Brussel 13 maart 2014, RABG 2015, afl. 5, 359.

[8] In BVBA’s was eenhoofdig bestuur ook onder het oude Wetboek van vennootschappen al lang toegelaten.

[9] Art. 7:101 WVV.

[10] Art. 518 W. Venn.

[11] Art. 7:101 §3 WVV.

[12] Art. 5:76 (BV) en 7:102 (NV) WVV.

[13] Art. 5:77 §2 (BV) en 7:103 §2 (NV) WVV.

[14] Art. 5:21 (BV) en 7:25 (NV) WVV.

[15] Art. 5:94 (BV) en 7:231 (NV) WVV.