article banner
Social

Voorbereiding van uw sociale verkiezingen in 2020

Cindy Nys Cindy Nys

Tussen 11 en 24 mei 2020 worden er opnieuw sociale verkiezingen gehouden. Tijd dus om de voorbereiding alvast te starten. De eerste stap in de formele verkiezingsprocedure dient te worden gezet tussen 13 en 26 december 2019, afhankelijk van de door de onderneming gekozen datum voor deze vierjaarlijkse verkiezingen.

Deze bijdrage strekt tot toelichting van een aantal basisprincipes en is geen allesomvattend overzicht. De Wet betreffende de komende sociale verkiezingen is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 30 april 2019.

Ondernemingen die een ondernemingsraad en/of een comité moeten oprichten

De onderneming moet overgaan tot vernieuwing/oprichting van

wanneer zij in de referteperiode van 1/10/2018 tot en met 30/09/2019 gewoonlijk een gemiddeld personeelsbestand heeft van

een comité voor preventie en bescherming op het werk (genoemd: ‘comité’)

  • minstens 50 werknemers ⇒ verkiezingen

 

een ondernemingsraad

  • minstens 100 werknemers ⇒ verkiezingen
  • minstens 50 en minder dan 100 werknemers indien zij bij de vorige verkiezingen een ondernemingsraad opgericht heeft of had moeten oprichten ⇒ geen verkiezingen in dit geval. Het mandaat van de personeelsvertegenwoordiging in de ondernemingsraad wordt uitgeoefend door de personeelsafgevaardigden die in het comité verkozen zijn.

Het begrip onderneming

Sociale verkiezingen moeten ingericht worden op het niveau van de onderneming.

De onderneming is de ‘technische bedrijfseenheid’ (hierna TBE genoemd). De wet gaat voorbij aan de juridische entiteit of aan louter vennootschapsrechtelijke constructies.

Een TBE wordt gekenmerkt door:

  • een economische zelfstandigheid
    • zelfstandigheid van de directie van de vestiging of afdeling en/of
    • de inrichting van eigen technische middelen

en

  • een sociale zelfstandigheid
    • diversiteit van menselijke gemeenschappen
    • grote afstand tussen de locaties
    • verschil in taal
    • zelfstandigheid op het niveau waarop het personeelsbeleid gevoerd wordt
    • zelfstandigheid op het niveau waarop de onderhandeling van sociale kwesties gevoerd wordt

Bij twijfel primeren sociale criteria.

 

Een TBE stemt overeen met de bedrijfszetel wanneer deze gekenmerkt wordt door een zekere economische en sociale zelfstandigheid.

Voorbeeld: rekening houdend met de volgende elementen werd geoordeeld dat twee vennootschappen die dezelfde activiteit uitoefenden, samen één enkele technische bedrijfseenheid vormden:

  • het bestaan van één enkele activiteit op dezelfde locatie, wat toeliet te besluiten tot de afwezigheid van economische zelfstandigheid.
  • het bestaan van één enkele gemeenschap op sociaal vlak, wat afgeleid werd uit het feit dat het personeel dezelfde taal sprak, ressorteerde onder hetzelfde paritair comité, identieke functies had en het personeelsbeheer verenigd was.

 

Drie situaties kunnen zich voordoen:

  • De juridische entiteit valt samen met de TBE
  • Een juridische entiteit omvat verschillende TBE’s
    Mogelijks moeten een aantal TBE’s worden samengevoegd. De wet voorziet in een aantal regels tot groepering.
  • Verscheidene juridische entiteiten vormen samen één TBE
    De wet heeft een wettelijk vermoeden ingevoerd:
    Verschillende juridische entiteiten vormen één TBE indien het volgende tweeledige bewijs geleverd wordt:
    1. OFWEL dat deze juridische entiteiten deel uitmaken van eenzelfde economische groep of beheerd worden door eenzelfde persoon of door personen die onderling een economische band hebben
      OFWEL dat deze juridische entiteiten éénzelfde activiteit hebben of activiteiten die op elkaar zijn afgestemd
    2. EN dat er bepaalde elementen bestaan die wijzen op een sociale samenhang tussen deze juridische entiteiten, zoals in het bijzonder een gemeenschap van mensen verzameld in hetzelfde gebouw of nabijgelegen gebouwen, gemeenschappelijk personeelsbeleid, enz.

Het bepalen van de TBE is een oefening die afzonderlijk moet worden gemaakt voor de ondernemingsraad en het comité.

Berekening personeelsbestand: algemene principes

Er dient rekening te worden gehouden met:

  • vaste werknemers: de werknemers die van 1/10/2018 tot en met 30/09/2019 met een arbeidsovereenkomst of een leerovereenkomst werken (met uitzondering van de werknemers met een vervangingsovereenkomst).
  • uitzendkrachten: de uitzendkrachten die in het tweede kwartaal van 2019 worden tewerkgesteld (‘gebruikt’) in de onderneming van de gebruiker, met uitzondering van die welke vaste werknemers vervangen waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst werd geschorst (bijvoorbeeld ziekte, zwangerschap).

Zoals bij de vorige verkiezingen dient een ‘bijlage bij het algemeen personeelsregister’ te worden opgemaakt voor de registratie van het aantal tewerkgestelde uitzendkrachten en dit in de periode van 1 april 2019 tot 30 juni 2019. In bepaalde gevallen en onder welbepaalde voorwaarden kan de onderneming vrijgesteld worden van deze verplichting.  

Voor deeltijdse werknemers/uitzendkrachten geldt:

  • Indien de arbeidsduur minder dan ¾ van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer is in de referteperiode: telt mee als ½ eenheid (men deelt door 2).
  • Indien de arbeidsduur gelijk is aan of meer is dan ¾ van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer in de referteperiode: telt mee als één eenheid.

Voor de vaste werknemers en uitzendkrachten die slechts een deel van de respectieve referteperiode tewerkgesteld zijn, dient een prorata deel te worden berekend:

  • Voor de vaste werknemers dient het aantal kalenderdagen dat de werknemer tussen 1/10/2018 en 30/09/2019 in het DIMONA-systeem werd aangegeven, te worden gedeeld door 365.
  • Voor de uitzendkrachten dient het aantal kalenderdagen dat de uitzendkracht was ingeschreven in de ‘bijlage tot het personeelsregister’ tussen 1/04/2019 en 30/06/2019, te worden gedeeld door 92.

Praktisch voorbeeld – berekening gemiddeld aantal vaste werknemers (periode 1/10/2018 - 30/09/2019)

  • 30 werknemers zijn gedurende 365 dagen in het DIMONA-systeem meegedeeld. 14 onder hen zijn tewerkgesteld gedurende 22 uur per week:
    365 x 16 = 5.840   en 365 x (14/2) = 2.555
  • 10 werknemers zijn gedurende 274 dagen in het DIMONA-systeem meegedeeld. 2 onder hen zijn tewerkgesteld gedurende 22 uur per week:
    274 x 8 = 2.192   en 274 x (2/2) = 274
  • 20 werknemers zijn gedurende 274 dagen in het DIMONA-systeem meegedeeld:
    274 x 20 = 5.480
  • 5 werknemers zijn gedurende 150 dagen in het DIMONA-systeem meegedeeld:
    150 x 5 = 750
  • 15 werknemers zijn gedurende 346 dagen in het DIMONA-systeem meegedeeld:
    346 x 15 = 5.190
  • 20 werknemers zijn gedurende 230 dagen in het DIMONA-systeem meegedeeld:
    230 x 20 = 4.600
  • Berekening gemiddeld aantal werknemers: 
    8.395 + 2.466 + 5.480 + 750 + 5.190 + 4.600 = 73,65

                                                 365

Verloop van de verkiezingsprocedure

In de verkiezingsprocedure wordt heel dikwijls verwezen naar twee belangrijke dagen:

  • de dag van de verkiezingen, ‘dag Y’ geheten. Deze dag valt tussen 11 en 24 mei 2020.
  • de dag waarop de verkiezingsdatum, door aanplakking, wordt bekendgemaakt, hierna aangeduid als ‘dag X’. Deze dag valt tussen 11 en 24 februari 2020.

Dag X is exact 90 dagen voor de dag van de verkiezingen.

Bepaalde formaliteiten moeten vervuld worden in de periodes vóór of na deze dagen. Voor de berekening van deze periodes moet steeds geteld worden met kalenderdagen en niet met werkdagen.

De dagen X en Y bakenen de verschillende etappes af die gedurende de verkiezingsprocedure moeten doorlopen worden. Dit zijn:

  • vóór dag X: de voorbereiding van de procedure
  • dag X: de aanplakking van de verkiezingsdatum
  • van dag X tot dag Y: de eigenlijke procedure
  • dag Y: de verkiezingen
  • na dag Y: mogelijkheid tot beroep en eerste samenroeping van de raad en/of het comité.

De verkiezingsprocedure duurt 150 dagen.

In de verkiezingsprocedure moet de chronologie strikt geëerbiedigd worden. Het niet respecteren van de voorgeschreven periodes en data kan achteraf de vernietiging van de verkiezingen met zich meebrengen.

Vanaf augustus 2019 dienen ook alle werkdagen van de uitzendkrachten nauwkeurig te worden geregistreerd om na te gaan welke uitzendkrachten stemrecht hebben bij de sociale verkiezingen in de onderneming van de gebruiker.

Tot slot stippen wij al aan dat de ontslagbescherming van kandidaten ingaat op X-30 (situeert zich in januari 2020). Wij bespreken in de volgende nieuwsbrief de zogenaamde ‘occulte’ beschermingsperiode. Dit is van belang indien ontslagen worden gepland in de periode van december 2019 tot april 2020.

Sancties

Wanneer u als werkgever daaraan niet het vereiste gevolg geeft, voorziet het Sociaal Strafwetboek in sancties. Het niet oprichten van een overlegorgaan geeft aanleiding tot een zware sanctie waarvoor een strafrechtelijke geldboete van €800 tot €8.000 of een administratieve geldboete van €400 tot €4.000 opgelegd kan worden. Deze geldboetes worden bovendien vermeerderd in functie van het aantal betrokken werknemers (maximaal x 100).

Daarnaast kan de onderneming alsnog verplicht worden tot het organiseren van de sociale verkiezingen.