article banner
social

COVID-19 UPDATE - Is er ook een negatieve impact op uw rechten als werknemer?

Jeroen Bouwsma Jeroen Bouwsma

Eerder vestigden we de aandacht reeds op de eventuele (negatieve) impact op de rechten van werknemers wanneer hun arbeidsovereenkomst tijdelijk wordt geschorst als gevolg van de COVID-19 pandemie en er gebruik wordt gemaakt van het versoepelde systeem van tijdelijke werkloosheid door overmacht als gevolg van COVID-19. Intussen zijn we ruim 1,5 jaar later, is het virus nog steeds niet helemaal verdwenen en leek het ons tijd voor een update.

Tijdelijke werkloosheid door overmacht als gevolg van COVID-19: herhaaldelijk verlengd tot 30 juni 2022

De soepele toepassing van het begrip 'overmacht' door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) in het kader van het systeem van tijdelijke werkloosheid door overmacht, en waarbij alle situaties van tijdelijke werkloosheid die te wijten zijn aan het coronavirus worden beschouwd als tijdelijke werkloosheid door overmacht, werd sinds de aanvang op 13 maart 2020 herhaaldelijk verlengd en is thans geldig tot 30 juni 2022[1].

Vervolgens rijst de vraag hoe deze herhaaldelijke verlengingen van het versoepelde systeem van tijdelijke werkloosheid door corona en de hiermee gepaard gaande schorsing van de arbeidsovereenkomst zich verhouden ten aanzien van de rechten van een werknemer die verband houden met het presteren van arbeid (werkdagen), zoals onder meer het vakantiegeld en de vakantieduur, de eindejaarspremie en de ADV-dagen.

Vakantiegeld en vakantieduur: een update

Voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2021 heeft de regering, middels diverse koninklijke besluiten, beslist om, voor de berekening van het vakantiegeld en de vakantieduur, de dagen arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door COVID-19 voor de werknemers (arbeiders en bedienden) die een erkenning van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht hebben genoten, gelijk te stellen met effectief gewerkte dagen.

Voor de periode vanaf 1 januari 2022 werd nog geen beslissing genomen.

Inmiddels werd ook de vraag beantwoord wie de rekening van deze gelijkstelling zal moeten betalen. Zowel de overheid als de werkgevers zelf doen een duit in het zakje.

Voor de gelijkstellingen in 2020 die recht geven op vakantiedagen en vakantiegeld in 2021, werd voor de arbeiders door de FOD Sociale Zekerheid een toelage van €93.582.741 aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) betaald. Voor de bedienden werd een enveloppe van €93.582.741 toegekend en verdeeld onder de werkgevers[2].

Voor de gelijkstellingen in 2021 die recht geven op vakantiedagen en vakantiegeld in 2022, geldt de volgende regeling[3]:

  • Voor de arbeiders wordt door de FOD Sociale Zekerheid een toelage van €120.028 toegekend, dat uiterlijk op 30 april 2022 aan de RJV werd betaald.

  • Voor de bedienden wordt een enveloppe van €46.146.551 toegekend en verdeeld onder de werkgevers als volgt:

    • De Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid (RSZ) berekent volgens een bepaalde formule per individuele werkgever het gemiddeld aantal bedienden dat in het eerste en/of tweede kwartaal 2021 tijdelijk werkloos was wegens overmacht. Op basis van dat gemiddelde heeft de individuele werkgever recht op een bepaald percentage aan compensatie:
Gemiddeld % aan tijdelijke werkloosheid wegens overmacht % van de compensatie
Kleiner dan 41 0
Kleiner dan 51 40%
Kleiner dan 61 50%
Kleiner dan 71 60%
Kleiner dan 81 70%
Kleiner dan 91 80%
Groter of gelijk aan 91 95%
    • De RSZ vermenigvuldigt dit compensatiepercentage met het resultaat van de verhouding van het effectief aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht coronavirus van de bedienden bij de individuele werkgever ten opzichte van het normaal aantal dagen tewerkstelling van de bedienden bij de betrokken werkgever tijdens het eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2021 (berekend volgens een welbepaalde formule). Dit resultaat bepaalt het gewicht van de betrokken individuele werkgever ten opzichte van alle betrokken werkgevers.
    • De RSZ verdeelt de totale enveloppe van €146.551 onder de betrokken werkgevers op basis van het toegekende gewicht aan elk van de werkgevers.
    • Het bedrag van de toegekende compensatie wordt door de RSZ in mindering gebracht van de aan haar verschuldigde bedragen voor het 2de kwartaal 2022[4].

Eindejaarspremie en ADV-dagen: geen wijzigingen

Wat betreft de (negatieve) impact van de schorsing van de arbeidsovereenkomst ingevolge tijdelijke werkloosheid door overmacht (corona) op de eindejaarspremie en de ADV-dagen, zijn er geen wijzigingen te melden.

Voor de berekening van het bedrag van de eindejaarspremie zal u dus nog steeds voor elk paritair comité concreet moeten nagaan of periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen.

Wat betreft de toekenning van de ADV-dagen, zijn de regels, naast eventuele sectorale bepalingen, vooral bepaald op ondernemingsvlak (bijvoorbeeld via een ondernemings-cao of het arbeidsreglement). Niet zelden zijn er echter onduidelijke of helemaal geen toepassingsmodaliteiten vastgelegd, wat dan onzekerheid veroorzaakt en aanleiding kan geven tot discussies en zelfs geschillen tussen werkgever en werknemers.

 

[1] Enkel voor de maand september 2020 gold de bijkomende voorwaarde dat de werkgever erkend was als uitzonderlijk hard getroffen onderneming of behoorde tot een uitzonderlijk hard getroffen sector.

[2] Artikelen 34-39 van de Wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.

[3] Artikelen 45-51 van de Programmawet van 27 december 2021

[4] De werkgever kan het ongebruikte krediet voor het tweede kwartaal van 2022 overdragen naar de oudste schulden, of naar de volgende kwartalen zolang bijdragen verschuldigd zijn, of om terugbetaling verzoeken.